Medicatieovergebruikshoofdpijn behandeling

De behandeling van medicatieovergebruikshoofdpijn (MOH) bestaat uit drie stappen: staken van alle acute pijnstillers, diagnose van overgebleven hoofdpijn, behandeling en follow up.

 

Hoe verloopt een behandeling bij medicatieovergebruikshoofdpijn?

MOH is per definitie een onjuist behandelde hoofdpijn, bijvoorbeeld een spanningshoofdpijn of migraine. Daarom kan de behandeling van MOH gezien worden als een aanpassing van de behandeling naar een effectievere en meer optimale hoofdpijnbehandeling van de onderliggende hoofdpijnvorm.

De behandeling in 3 stappen leidt bij de meeste patiënten tot een afname van het aantal hoofdpijndagen per maand met 50%. Bij ongeveer 70% van de patiënten verandert de hoofdpijn van een chronische hoofdpijn (op 15 dagen of meer per maand) naar een episodische hoofdpijn (maximaal 14 dagen per maand). Ook nemen de beperkingen die de hoofdpijn met zich meebrengt af en neemt de kwaliteit van leven toe. Helaas zien we bij een klein percentage patiënten dat het patroon van de hoofdpijn in frequentie niet verandert. Dan blijkt achteraf het overgebruik van pijnstillers toch geen rol te spelen. MOH kan dan ook strikt genomen pas vastgesteld worden, nadat iemand gestaakt is met alle acute pijnstillers.

Stap 1: Staken van pijnstillers

Het staken van pijnstillers wordt ook wel een onttrekkingsperiode of een detox genoemd. De meest effectieve manier van onttrekken of detoxen is om alle pijnstillers in het geheel te staken. Dit moet u dan volhouden gedurende 2 of 3 maanden, afhankelijk van het type pijnstiller. Bij overgebruik van triptanen is het 2 maanden, bij alle overige acute pijnstillers is het 3 maanden. Een andere aanpak is om het gebruik van pijnstillers te beperken tot maximaal 2 dagen per week. Deze methode is minder snel effectief in het verminderen van de hoofdpijnlast.

Voorbereiding
Het belangrijkste bij de detox is uzelf goed voor te bereiden op de detoxperiode. In de eerste 2 weken van de detox neemt de hoofdpijn eerst in ernst toe, om vervolgens in de weken erna in ernst af te nemen. Ook kunnen er ontwenningsverschijnselen voorkomen zoals slecht slapen, transpireren of misselijkheid. Om deze lastige periode zo goed mogelijk door te komen, raden we u aan om het te bespreken met uw naasten, familie of vrienden en hulp vanuit deze sociale kring te accepteren. Als u werkzaam bent, kan het ook helpen om met uwwerkgever in gesprek te gaan over de mogelijke gevolgen van de detox op uw inzetbaarheid op het werk.

Ondersteuning
De huisartspraktijk of het expertisecentrum hoofd- en aangezichtspijn van CWZ kunnen u ondersteunen gedurende de detoxperiode.  Zij kunnen u motiveren of tips geven in telefonische of fysieke gesprekken. Eventueel kunnen zij medicatie tegen misselijkheid voorschrijven als dit een gevolg is van het staken van alle pijnstillers. Wanneer begeleiding binnen ons expertisecentrum gebeurt, kunt u de detox-app gebruiken als extra ondersteuning.

Let op: opioïden (o.a. morfine, oxycodon, fentanyl) mag u nooit in 1x staken en moet u altijd in overleg met de voorschrijver afbouwen.

Stap 2: Diagnose van overgebleven hoofdpijn

Na de detoxperiode (2 of 3 maanden later) is het belangrijk dat de behandelaar de resterende hoofdpijnklachten opnieuw in kaart brengt, eventueel met behulp van een (digitaal) hoofdpijndagboek. Vervolgens stelt deze een diagnose . Wanneer er een hulpvraag ligt om de overgebleven hoofdpijn te behandelen, wordt er een nieuw behandelplan opgesteld.

Stap 3: Behandeling en follow up

Wanneer hervatting van de acute pijnstillers nodig is, kan dat volgens de 2 × 2-regel: acute pijnstillers op maximaal 2 dagen per week en maximaal 2 dagen achtereen. Is er een behandelplan opgesteld waarbij ook preventieve medicatie (dagelijkse medicijnen bedoeld om de frequentie, duur en ernst van hoofdpijn te verminderen) wordt uitgeschreven? Dan is het belangrijk het effect hiervan te monitoren. Vervolgens kan de behandelaar de behandeling zo nodig bijstellen door de dosering aan te passen of te wisselen naar een ander type medicijn.

Terugval
Helaas krijgt een aanzienlijk deel van de patiënten een terugval. Uit onderzoek blijkt dat 25-35% van de patiënten een terugval heeft binnen 1 jaar. Patiënten met migraine lijken een kleinere kans op terugval te hebben dan patiënten met spanningshoofdpijn of een meng­beeld van beide. Comorbide psychiatrische problemen, met name depressie, zijn een belangrijke voorspeller voor terugval. Daarom is het belangrijk om deze comorbiditeit te behandelen en het hoofdpijnpatroon op te volgen. Als er binnen 1 jaar geen terugval is van een medicatieovergebruik, is de kans op terugval daarna klein.

Waar vindt de behandeling van medicatieovergebruikshoofdpijn plaats?

Deze gebeurt bij voorkeur door de huisarts. Zonodig kunt u terecht bij het expertisecentrum hoofd- en aangezichtspijn in CWZ.

Praktische informatie

Komt u naar CWZ?

Draag bij verkoudheidsklachten, luchtwegklachten en/of griepklachten een medisch mondkapje. Deze liggen bij de ingangen van het ziekenhuis.

Wat neemt u mee?

Bij elke afspraak neemt u mee: een identiteitsbewijs (geldig paspoort, identiteitskaart of rijbewijs), zorgverzekeringspas en een actueel medicijnoverzicht (AMO).

Bereid u goed voor

Bedenk thuis al wat u tijdens uw afspraak wilt vragen. Als u goed op de hoogte bent, neemt u besluiten die passen bij uw persoonlijke situatie. Dit heet samen beslissen.

Melden bij een Meldpunt

U meldt zich voor een afspraak bij een Meldpunt. U kunt zich aanmelden met uw identiteitsbewijs bij een aanmeldzuil of bij een medewerker.

MijnCWZ

Via het beveiligde patiëntportaal MijnCWZ kunt u thuis uw persoonlijke en medische gegevens inzien die bij ons bekend zijn.