Kinder incontinentie team

Op het spreekuur van het kinder incontinentie team (KIT; KIT's team) kunnen kinderen van 4 tot 18 jaar terecht met zindelijkheidsproblemen.

Wie zijn wij?
Het team bestaat uit:

  • kinderartsen: Cecile Buzing, Elizabeth Reichert en René Verlaak
  • urotherapeuten: Monique Boerée en Annemarie van Tienen
  • pedagogisch medewerkers: Gerrie Bruggink en Angela Derks.

Wat doen wij?
Het team onderzoekt en begeleidt kinderen met zindelijkheidsklachten, waarbij de urotherapeuten een coördinerende rol hebben. De urotherapeuten helpen u en uw kind om thuis te trainen en zo de klachten te verhelpen. Door onderzoek, instructie en informatie begeleiden zij uw kind bij incontinentie naar zindelijkheid.

Toon meer

Wat zijn zindelijkheids problemen?

Leren poepen en plassen (zindelijk worden) is een proces dat kinderen in de eerste levensjaren doormaken. Meestal gebeurt dat heel natuurlijk. Soms echter doen zich problemen voor bij het zindelijk worden. Als een kind de blaas- en bekkenbodemspieren niet goed leert gebruiken, kan dit leiden tot plasklachten zoals te vaak, te weinig of op het verkeerde moment plassen, urineweginfecties, bedplassen of tot verstopping (obstipatie) en /of broekpoepen.

Door gevoelens van schaamte, ongemak of pijn kunnen kinderen (en hun ouders) in een vicieuze cirkel terecht komen. De problemen worden dan steeds erger en kunnen bovendien spanning veroorzaken binnen het gezin.

Met klachten gaat u eerst naar de huisarts, als de klachten aanhouden kan verder onderzoek in het ziekenhuis nodig en nuttig zijn.

Waarom naar CWZ met zindelijkheidsklachten?

Bij CWZ houden verschillende disciplines zich bezig met het behandelen van kinderen met plas en poepproblemen. Deze disciplines samen vormen het Kinder Incontinentie Team (KIT’s team). Het KIT’s team bestaat uit kinderartsen, urotherapeuten, pedagogisch medewerkers en een klinisch psycholoog.

Gang van zaken

  • Tijdens het eerste bezoek aan de polikliniek van het kinderincontentie team (KIT) komt u eerst bij de urotherapeute. Door middel van een uitgebreid gesprek over de klachten  inventariseert zij het probleem van uw kind. Zij neemt de vragenlijst en poepdagboek met u door. 
  • Zij maakt daarna een vervolgafspraak voor ongeveer 4 weken later.
  • Er wordt onderscheid gemaakt in het traject van poep- en plasproblemen. U hoort dit op de polikliniek. 
  • Bij de vervolgafspraak wordt een behandelplan gemaakt. Dat is in combinatie met de kinderarts.  De kinderarts zal na overleg met de urotherapeute, en afhankelijk van het lichamelijk onderzoek, het voorstel tot behandeling bevestigen of aanpassen. 

Jonger dan 5 jaar
Als uw kind voor poepproblemen komt en jonger dan 5 jaar is, komt u eerst bij de kinderarts voor lichamelijk onderzoek en daarna bij een pedagogisch medewerker.

Waarvoor kunt u bij ons terecht ?

Praktische informatie

Komt u naar CWZ?

Draag bij verkoudheidsklachten, luchtwegklachten en/of griepklachten een medisch mondkapje. Deze liggen bij de ingangen van het ziekenhuis.

Wat neemt u mee?

Bij elke afspraak neemt u mee: een identiteitsbewijs (geldig paspoort, identiteitskaart of rijbewijs), zorgverzekeringspas en een actueel medicijnoverzicht (AMO).

Bereid u goed voor

Bedenk thuis al wat u tijdens uw afspraak wilt vragen. Als u goed op de hoogte bent, neemt u besluiten die passen bij uw persoonlijke situatie. Dit heet samen beslissen.

Melden bij een Meldpunt

U meldt zich voor een afspraak bij een Meldpunt. U kunt zich aanmelden met uw identiteitsbewijs bij een aanmeldzuil of bij een medewerker.