MH is een zeldzame erfelijke aandoening. Naar schatting komt deze voor bij 1 op de 50.000 narcoses bij volwassenen en 1 op de 15.000 bij kinderen. Er is geen invloed van het geslacht. MH kan voorkomen tijdens een eerste narcose, maar in een aantal gevallen doet het zich pas voor na meerdere narcoses. De ernst van een MH-aanval kan variëren van ernstig (levensbedreigend) tot mild . Een MH-aanval wordt nooit gezien bij lokale anesthesie of locoregionale anesthesie (zoals epidurale verdoving of ruggenprik). Het sterftepercentage van deze aandoening is minder dan 5% dankzij de ontwikkeling van het middel dantroleen en omdat de aandoening bekender is geworden.
Hoe ontstaat maligne hyperthermie?
De oorzaak zit in de spieren en bestaat uit een verstoring van de calciumhuishouding binnen de spiercellen. In het dagelijks leven merkt u hier weinig of niets van, maar wel bij een narcose. In de spier van mensen met deze aandoening komt abnormaal veel calcium vrij, als zij worden blootgesteld aan de uitlokkende anesthetica. Er ontstaat dan een verkramping, die kan leiden tot een snelle beschadiging van de hele spiermassa. Hierdoor komen er stoffen in het bloed vrij die onder meer zorgen voor:
- hoge koorts (vandaar de naam 'kwaadaardige' of 'maligne' hyperthermie)
- stijging van het koolzuurgas in de uitademingslucht
- hartritmestoornissen
- nierbeschadiging.
Veilige middelen
Anesthesiemiddelen als benzodiazepines, morfinederivaten, propofol en spierverslappers zijn veilig te gebruiken. Evenals alle producten voor een plaatselijke of regionale verdoving.
Risicovolle anethesiegassen
De anesthetica die een MH-aanval kunnen uitlokken zijn:
- halothane
- enflurane
- isoflurane
- sevoflurane
- desflurane
- lachgas dus niet.
Andere risicovolle middelen
- de spierverslapper succinylcholine.