Symposium over kwetsbare ouderen

13 april 2018

Elk jaar belanden meer ouderen zonder medisch specifieke noodzaak in een ziekenhuisbed. Welke maatregelen treffen we in de ketenzorg? Lees het verslag.

Elk jaar belanden meer ouderen zonder medisch specifieke noodzaak in een ziekenhuisbed. ‘CWZ wil graag meer samenwerken in de keten in de zorg voor kwetsbare ouderen. We laten zien wat er gebeurt en welke maatregelen we treffen,’ vertelt Hans Broertjes, voorzitter a.i. raad van bestuur.

Goud van oud

Op 12 april organiseerden de afdelingen geriatrie en het transferpunt zorg van CWZ een symposium over kwetsbare ouderen. Het thema was ‘Goud van oud, oud maar niet vergeten’. In een volle zaal vertellen zorgprofessionals van CWZ en externe ketenpartners over kwetsbare ouderen in het ziekenhuis en over maatregelen om instroom en uitstroom te verbeteren.

Uitstroom van (oudere) patiënten stagneert

Patiënten die medisch gezien zijn uitbehandeld en niet meer in het ziekenhuis hoeven te blijven, kunnen niet altijd gelijk het ziekenhuis verlaten. Dit heet ‘verkeerde bed-dagen’ en dit komt in toenemende mate voor. Bij CWZ is het gestegen van enkele tientallen 5 jaar geleden naar 1.300 in 2016 en zelfs 2.600 in 2017. Vandaar dat er allerlei projecten en maatregelen zijn om instroom te beperken en uitstroom te bevorderen. Door de dubbele vergrijzing komen er meer ouderen naar het ziekenhuis. Sascha van de Poll, klinisch geriater, legt uit: ‘De levensverwachting neemt toe en het aantal ouderen neemt toe. Tegelijkertijd zijn ouderen kwetsbaarder, hebben ze meer chronische ziekten en zijn ze dus zorgafhankelijker.’ Wat is hiervoor een aanpak? Van de Poll: ‘Houd een oudere fit, behandel de patiënt en niet de ziekte, en probeer de zorg rond verschillende ziektes te integreren.’

Kwetsbaarheid en ziekenhuisopname

De kwetsbaarheid van patiënten bepaalt in belangrijke mate het risico op ziekenhuiscomplicaties. Gevolgen zijn een langere opnameduur, toename van zorg (-afhankelijkheid) en hogere kosten. Joyce Albers, verpleegkundig specialist geriatrie, vertelt over de positieve resultaten bij het opsporen van kwetsbare ouderen. ‘Je wilt bij een opname vooraf al weten of iemand kwetsbaar is, zodat een patiënt goed door de opname komt, met een korte ligduur en lagere kosten. De eenvoudige vragenlijst van de Groningen Frailty Indicator (GFI) geeft snel een indicatie of iemand kwetsbaar is.’

CWZ en de nazorg voor de oudere patiënt

In de VMS-pilot (Veiligheidsmanagementsysteem) kwetsbare ouderen werken ketenpartners samen bij het in kaart brengen van de kwetsbaarheid van patiënten. Wat gebeurt er met mensen als ze het ziekenhuis verlaten? Het transferpunt zorg deed een kwantitatief dossieronderzoek. Het blijkt dat proactief screenen leidt tot meer inzicht in hoe iemand is bij opname, waardoor kwetsbare patiënten met de juiste zorg naar huis gaan. Het succes van de pilot is een aanbeveling voor het uitbreiden van deze aanpak op andere afdelingen.

Kwetsbare ouderen op spoedeisende hulp

Op de spoedeisende hulp (SEH) komen vooral ouderen. Op dit moment is zo’n 80% 70 jaar en ouder. Maarten Aerts, SEH-arts, vertelt: ‘Een kenmerk van kwetsbare ouderen op de SEH is dat er dikwijls sprake is van meerdere ziekten. We moeten dus veel diagnostiek uitvoeren en meerdere specialismen betrekken. Dit betekent dat ouderen langdurig op de SEH verblijven. Het zijn mensen die vaak zieker zijn dan een gemiddelde patiënt bij ons.’ Hij schetst ook een bijkomend probleem. ‘Als de acute klacht is verholpen, is de conditie van deze mensen regelmatig te slecht om direct naar huis te gaan. Dus sturen we ze door naar een verpleegafdeling in CWZ. Deze instroom het ziekenhuis in, is echter afhankelijk van de uitstroom van verpleegafdelingen naar buiten het ziekenhuis. Het beste zouden kwetsbare ouderen kunnen revalideren of tijdelijk verblijven in een verzorgings- of verpleeghuis, maar door het kabinetsbeleid zijn die plekken zeer schaars.

Samenwerking bij pilot observatiebedden

‘Hoe krijgen we de patiënt met een juiste indicatie op de goede plek, en zo snel mogelijk?’ Isabel van den Assem, transferverpleegkundige, presenteerde de pilot observatiebedden. CWZ, zorgverzekeraars CZ en VGZ, en zorgaanbieders Herstelcentrum en Kalorama werken samen bij deze aanpak om de uitstroom te verbeteren en kosten te verlagen. Patiënten komen zo sneller op de juiste plek terecht. De tevredenheid is groot bij patiënten en mantelzorgers.

Een zorgprofessional van Kalorama uit de zaal en vertelt haar ervaringen: ‘De observatiebedden bevallen goed. Het is betere zorg voor kwetsbare ouderen na ontslag uit het ziekenhuis. En de zorg in een verpleeginstelling is goedkoper dan een ziekenhuisbed.’ De toekomst van de werkwijze observatiebedden wordt op 30 mei definitief duidelijk.

Meer initiatieven

Bij het pre-operatieve traject voor een knie- of heupoperatie neemt CWZ extra maatregelen voor ouderen. ‘Hoe meer we vooraf regelen, hoe sneller een patiënt door het traject heen gaat,’ vertelt Gaby Arians, transferverpleegkundige.

Een ander voorbeeld is het voedingspaspoort: goed gevoed betekent een betere zelfredzaamheid. Erni Venhovens en Saskia Puijk-Hekman, externe ketenpartners, vertellen over de landelijke voedingspaspoort. Dit is een project vanuit de stuurgroep ondervoeding voor transmurale (voedings-) zorg voor ouderen in de wijk. Een op de vijf thuiswonende ouderen is ondervoed. Dit aantal neemt toe als mensen meer afhankelijk worden van zorg. In dit initiatief is nadrukkelijk de samenwerking gezocht met het sociale domein, omdat de oorzaak van ondervoeding niet alleen op basis van fysieke problemen of verminderde cognitie kan ontstaan, maar ook door eenzaamheid, een klein netwerk, armoede of vraagverlegenheid.

Samenwerking in de keten

Meer samenwerken in de keten is van belang voor een optimale zorg voor kwetsbare ouderen, constateert CWZ. Om dit te bevorderen deelt het ziekenhuis kennis met andere ziekenhuizen en ketenpartners. In de hoop dat dit positieve gevolgen krijgt, zoals minder instroom op de spoedeisende hulp en een betere uitstroom vanuit het ziekenhuis. Maar bovenal een hogere tevredenheid van patiënten en mantelverzorgers.