Al jaren werken regionale zorgpartners succesvol samen rond artrosezorg met gezamenlijke voorlichtingscursussen, op elkaar afgestemde patiënteninformatie en wetenschappelijk onderzoek naar het effect van behandelingen. Om het toenemende aantal patiënten met een verwijzing naar het ziekenhuis goed te kunnen helpen, staan er een paar verbeteringen op stapel, vertellen orthopedisch chirurg Jacco Jenner en verpleegkundig specialist Keetie Kremers.
Extra consulten op de poli
Per 8 januari 2024 wordt het artrosespreekuur in CWZ uitgebreid: van 1x per 2 weken naar wekelijks. Jacco: ‘Dit betekent dat patiënten met artrose in knie of heup sneller op onze poli terecht kunnen en dat we meer mensen kunnen helpen.’ Ter voorbereiding krijgen patiënten de vraag om in de CWZ Zorgapp informatie te lezen en vragen in te vullen. Keetie: ‘Door de anamnese vooraf kunnen we het consult gerichter doen. Er is dan meer tijd om samen te beslissen welke behandeling de voorkeur heeft. Je kunt dan denken aan een conservatieve behandeling, zoals medicatie, oefentherapie of injecties of aanpassing van de leefstijl ter vermindering van de klachten. We verwijzen patiënten vaak naar het leefstijlloket van CWZ. Daar krijgen ze hulp om bijvoorbeeld af te vallen of te stoppen met roken.’ Jacco: ‘We kijken tegenwoordig steeds holistischer naar de mens. Pas als conservatieve behandelingen niet het gewenste resultaat geven, komt een knie- of heupprothese in beeld.’
PatientsLikeMe
Verder is er voor artrosepatiënten een nieuw instrument in aantocht dat CWZ gaat gebruiken: het platform PatientsLikeMe. Keetie: ‘Je voert op die website persoonskenmerken in, zoals: ik ben een man, 55 jaar, ben 1.78 lang weeg 85 kilo. Door dit soort data te delen zien gebruikers wat het effect van een heup- of knieoperatie bij soortgelijke mensen is na zo’n operatie. Zo kunnen ze een betere keuze maken voor hun eigen behandeling.’ ‘Het is een soort keuzehulp die bijdraagt aan patiëntenparticipatie. En het mooie is dat patiënten uiteindelijk via onze app ook ervaringen met elkaar kunnen gaan delen en dat het leidt tot een schat aan data voor wetenschappelijk onderzoek’, vult Jacco aan. Het platform wordt ontwikkeld door de Nederlandse Orthopaedische Vereniging en gaat naar verwachting in december de lucht in.