Drie onderzoeken naar regionale netwerkzorg

26 april 2023

Samenwerkingsprojecten worden doorgaans met veel enthousiasme gestart. Tijd om een aantal projecten eens nader onder de loep te nemen.

Verpleegkundig specialist CWZ en ZZG | CWZ Nijmegen

Samenwerkingsprojecten worden doorgaans met veel enthousiasme gestart. Tijd om een aantal projecten eens nader onder de loep te nemen. Wat gaat goed en wat kan er beter? Wat kunnen we hier als regio van leren? En hoe kunnen we in de toekomst verder door ontwikkelen?

CWZ heeft met partners in de regio in de afgelopen jaren al veel transmurale samenwerkingsprojecten geïnitieerd. Onder andere de ketenzorg vanaf de spoedeisende hulp voor acuut zieke ouderen, regionale hartfalenzorg en transmurale zorg voor patiënten met COPD.  Drie studenten zorgmanagement aan de Erasmus universiteit gaan deze projecten nader bestuderen in hun afstudeeronderzoek. De onderzoeken vinden plaats in opdracht van CWZ en gebeuren in samenwerking met regionale ketenpartners. Opdrachtgever en begeleider vanuit CWZ is dr. Anneke van Vught, verpleegkundig decaan met de focus op onderzoek naar regionale netwerkzorg.

Wat zijn de geleerde lessen van de opleiding tot de eerste gezamenlijk verpleegkundig specialist?

In september vorig jaar is de eerste transmurale verpleegkundig specialist in opleiding gestart in dienst van twee ketenpartners: CWZ en ZZG zorggroep. Het idee achter deze nieuwe functie is dat deze functionaris effectievere zorg kan geven aan COPD-patiënten in de transmurale zorgketen. Zij is de verbindende schakel tussen ziekenhuis en thuis doordat zij de patiënt in de keten volgt. Daarmee kan ze ook de andere zorgverleners in de eerste lijn zoals fysiotherapeuten aangesloten houden en daardoor een meer coördinerende rol nemen.

Doel van het onderzoek: inzicht krijgen in de eerste geleerde lessen bij het transmuraal opleiden van een verpleegkundig specialist, vanuit het perspectief van de betrokkenen. 
Methode: interviews met de eerste transmurale verpleegkundig specialist in opleiding, haar opleiders en collega’s. Ook samenwerkingspartners in de keten, zoals een huisarts en de praktijkondersteuners huisartsen (POH’s) in het verzorgingsgebied en directeur wijkverpleging ZZG zorggroep worden geïnterviewd.
Aandachtspunten: Het is de eerste ervaring van CWZ en ZZG zorggroep met gezamenlijk opleiden van een verpleegkundig specialist.
Wat zijn de geleerde lessen: wat gaat er goed, wat gaat er minder goed? Wat zijn tips en aandachtspunten om toekomstige initiatieven te verbeteren? Wanneer vinden we met zijn allen dat deze nieuwe functie een succes is? Student master zorgmanagement Jolanda van der Krabben: ‘We zien dat een deel van de zorg die nu in de ziekenhuizen plaatsvindt verschuift naar de eerste lijn. Verpleegkundig specialisten spelen daarin een belangrijke rol. Het is interessant om van de ervaringen tijdens de opleiding van deze eerste gezamenlijk verpleegkundig specialist te leren. Zo kunnen we bijdragen aan nieuw op te starten vergelijkbare trajecten, waarbij we ernaar streven om de zorg zo dicht mogelijk bij de patiënten te organiseren.’

Doorontwikkeling wijkklinieken

De twee wijkklinieken CWZ Waalsprong en CWZ Druten zitten in een transitie van buitenpolikliniek naar wijkkliniek. Belangrijkste veranderingen: meer aansluiten op de behoeften in de wijk en meer samenwerken met lokale zorgverleners. Belangrijk daarbij is om goed zicht te hebben op wat die behoeften zijn en de rol die CWZ in de vorm van een wijkkliniek kan spelen.
Doel van het onderzoek: in beeld brengen van het perspectief van zorgverleners in de eerstelijnszorg en met name huisartsen op de gewenste invulling van deze wijkklinieken. 
Methode: interviews met huisartsen, specialist ouderengeneeskunde, mogelijk met wijkverpleging en beleidsmakers van ZZG zorggroep en NEO huisartsenzorg.
Aandachtspunten: Hoe zien eerstelijns zorgverleners de invulling van de wijkkliniek? Wat vinden zij daarin belangrijk? Wat hebben eerstelijns zorgverleners nodig van het ziekenhuis om de zorg dichtbij te verlenen. Hoe zou de onderlinge samenwerking er uit moeten zien? Student Hein Oomen: ‘Het is een maatschappelijke tendens om zorg dichter bij huis en meer geïntegreerd – daarmee bedoelen we minder gefragmenteerd - te leveren. Daarin zullen we op zoek moeten naar nieuwe werkvormen. Ik hoop hieraan bij te dragen door in beeld te brengen wat zorgverleners belangrijk vinden. Hierop kan CWZ weer verder doorborduren door aan te sluiten op het perspectief van die eerstelijns zorgverlener.’

Hoe kan de regionale zorgketen hartfalen geoptimaliseerd worden?

Mensen met chronisch hartfalen hebben veel zorg nodig en worden regelmatig opgenomen in het ziekenhuis. Samenwerking binnen de zorgketen waarin de zorg rond de patiënt wordt georganiseerd kan veel opleveren: geïntegreerde hartfalenzorg. Hierin spelen zowel zorgprofessionals zoals wijkverpleegkundigen, verpleegkundigen en verpleegkundig specialisten van het ziekenhuis en het informele netwerk van mantelzorgers en familie een rol.
Doel van het onderzoek: inzicht krijgen in mogelijkheden voor het optimaliseren van de zorgketen regionale hartfalen en met name de rol van de verpleegkundig specialist hierin.
Methode: interviews met ketenpartners zoals huisartsen en praktijkondersteuners (POH’s), cardiologen CWZ, wijkverpleegkundigen, verpleegkundig specialisten in de regio.
Aandachtspunten: wat is geïntegreerde regionale hartfalenzorg? Hoe verhoudt zich dit tot ketenzorg? Hoe kan de regionale hartfalenzorg verder verbeteren zodat we ziekenhuisbezoek en opnames kunnen voorkomen? Wat is daarvoor nodig? En hoe zien anderen de rol van de verpleegkundig specialist in het verder optimaliseren van de regionale hartfalenzorg? Student Serina Hagop: ‘Ik hoop dat ik met dit onderzoek een bijdrage kan leveren aan de zorg in de praktijk. En dat de onderzoeksresultaten ook echt iets kunnen bijdragen. Bijvoorbeeld doordat het aantal ziekenhuisopnames en polikliniekbezoeken kan dalen door betere samenwerking. En daarmee de zorg voor de patiënt en ook de zorgkosten.’