Na vier jaar stopt Ale Houtsma per 1 juli a.s. als bestuursvoorzitter van het topklinische Canisius Wilhelmina Ziekenhuis (CWZ) in Nijmegen.
De gezondheidszorg in ons land staat op een kwalitatief hoog peil. We mogen ons gelukkig prijzen met deskundige en betrokken professionals die zich dagelijks met hart en ziel voor patiënten inzetten. Dat geldt zeker ook voor het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis.
Ale Houtsma werkt al zijn hele loopbaan in de zorg, in verschillende ziekenhuizen zowel in Nederland als daarbuiten. Bij zijn komst in 2019 kreeg hij een stevige veranderopdracht. Er volgden vier intensieve jaren waarin veel is gebeurd. Onder zijn bestuurlijke leiding heeft CWZ haar positie als topklinisch ziekenhuis voor de regio Nijmegen verder gestalte gegeven, en een gedragen organisatie- en samenwerkingsstrategie ontwikkeld. Onder meer op het gebied van digitale zorg heeft CWZ ook in landelijk verband een belangrijke voortrekkerspositie weten te verwerven. De veranderingen zijn in de afgelopen jaren doorgevoerd met behoud van financieel positieve resultaten.
Voorzitter raad van toezicht Herman Bolhaar: ‘Als raad van toezicht waarderen wij Ale om zijn leiderschap, visie, scherpte en betrokkenheid en om de resultaten die hij daarmee bereikt heeft in de afgelopen vier jaren. Onder zijn leiding heeft CWZ grote stappen gemaakt. Hij is gestart in een moeilijke periode, waarin op allerlei fronten heel veel te doen was. CWZ kan nu op veel punten weer trots zijn. Een mooi moment om het stokje over te dragen. We zijn ervan overtuigd dat Ale hierna nog een belangrijke rol zal spelen bij de uitdagingen die in de zorg spelen.’
Ale Houtsma: 'Het waren vier intensieve jaren door alle veranderingen die noodzakelijk waren. Ik ben trots op wat er is bereikt. Tegelijkertijd is er ook nog genoeg te doen. CWZ gaat een nieuwe fase in. Voor mij een goed moment voor een nieuwe stap. Ik kijk terug op een periode waarin ik mooie mensen ontmoet heb in mijn rol binnen CWZ, binnen de regio Nijmegen, binnen Santeon en binnen het NVZ-bestuur. Ik hoop in de komende tijd nog veel te kunnen bijdragen aan de radicale transformatie die in de Nederlandse zorg hoognodig is. Dat zal veel eisen van ons leiderschap en vragen om lef. We zullen over onze eigen schaduw heen moeten stappen.’