Zorg voor de toekomst: anders leren kijken is nodig

24 april 2023

Deskundigen zijn het erover eens: de zorg gaat veranderen.

Zorg voor de toekomst | CWZ Nijmegen

We weten het inmiddels allemaal: de zorgvraag stijgt. Mensen leven langer en hebben in die laatste levensfase ook meer kwalen. Daardoor wordt ook de zorgvraag complexer. Kortom: er zijn straks meer zieke kwetsbare mensen die veel zorg nodig hebben. Die kunnen we niet meer allemaal opvangen als we hetzelfde blijven doen als we nu doen, vinden manager bedrijfsvoering Monique Royen en voorzitter verpleegkundige staf Marike Brugman.

Te weinig zorgprofessionals

‘Dat kan ook helemaal niet’, zegt Marike Brugman. ‘Want er zijn straks te weinig mensen op de arbeidsmarkt, dus er zijn óók te weinig zorgprofessionals. Daarom zullen we de zorg ánders moeten gaan inrichten: we moeten anders gaan denken en anders gaan doen. Dat begint bij ons, de burgers. Want de jongere mensen van nu zijn de ouderen, de patiënten van straks.’ Het begrip eigenaarschap valt, want we moeten eigenaar worden van onze gezondheid. Zelf medeverantwoordelijk zijn hiervoor. ‘Daar zit ‘m nu ook het probleem’, vervolgt Brugman. ‘Want we zijn opgegroeid in een samenleving waarin alles maakbaar is en problemen opgelost worden. Inmiddels lopen we wel tegen grenzen aan. Van beschikbare grondstoffen, energiebronnen en ook van beschikbare mensen. Niet alles is op te lossen in het leven, dat weten we in de zorg als geen ander. De zorg anders organiseren, kunnen we alleen samen. Met een team van zorgprofessionals én met de burgers. Ieder mens moet zijn eigen steentje bijdragen, in gezondheid, in ziekte, in het leven.’ ‘Wil je zorg überhaupt nog mogelijk maken voor grote groepen mensen, dan moeten we echt anders naar zorg gaan kijken’, vult Monique Royen aan. ‘Want als we zo doorgaan dan zullen veel mensen buiten de boot gaan vallen.’ 

 

Wat zal er allemaal moeten veranderen?

‘Mensen zullen eraan moeten wennen dat ze zélf meer moeten doen’, vervolgt Monique Royen. ‘Zelf thuis monitoren en leren om zelf verpleegkundige handelingen te doen: steunkousen aantrekken, sondevoeding instellen, zelf leren om eenvoudige wondzorg te doen.’ Dat is misschien even slikken, maar het heeft ook voordelen. ‘We kunnen dit met wijkverpleging blijven faciliteren, maar door het mensen zélf aan te leren, zijn zij ook niet langer afhankelijk van de wijkverpleging. Als iemand om ’s morgens om 7 uur zijn steunkousen aan wil trekken en de deur wil uitgaan, hoeft hij niet meer te wachten tot er iemand van de wijkverpleging komt. Dat geeft vrijheid en zelfregie. Want steunkousen aantrekken is een handigheid die je kunt leren. Bovendien zijn er hulpmiddelen die het makkelijker maken om de kousen aan te trekken. Uiteraard zullen we dit mensen gaan aanleren en zorgen dat er een achterwacht is bij vragen of problemen. In het ziekenhuis Maastricht wordt al volop geëxperimenteerd hiermee en tot volle tevredenheid van de patiënten en mantelzorgers. Daar zagen we dat inmiddels zo’n 1500 mensen het traject doorlopen hebben. Ook CWZ is bezig met het inrichten van een academie voor patiënt en mantelzorger.’

Moeten we dit nog doen?

Wat betekent dit voor de zorgverleners? Ook zij zullen een andere rol gaan krijgen. Belangrijk is om daarbij na te gaan waar je als zorgverlener waarde toevoegt. Dat gaat gepaard met fundamentele en soms ook lastige vragen. ‘Toch hoort ook dat erbij’, vindt Monique Royen. ‘We zouden onszelf vaker de vraag moeten stellen ‘Moet dit nog? Is dit nog passende zorg?’ Moeten we niet vaker even stilstaan bij een patiënt en kijken naar zijn achtergrond, zijn voorgeschiedenis en wensen? Moeten we nog allerlei zorghandelingen doen of moeten we niet ook eens zeggen ‘Dit is het en hoe zorgen we dat deze patiënt comfortabel is?’

Kwaliteit van leven

Vragen die raken aan de kwaliteit van leven. ‘Wat voor iemand kwaliteit van leven is, verschilt per persoon’, vult Marike Brugman aan. ‘Laten we daarom vaker vragen aan patiënten zelf wat voor hen belangrijk is. Dan kunnen we daarna kijken hoe we daarop kunnen aansluiten met zorg. Of niet. Ook daar mogen we ons veel meer van bewust zijn. Is een vraag puur zorg, of ontbreekt het iemand aan welbevinden? Die vragen stellen is niet alleen waardevol voor de patiënt zelf, het is ook een noodzaak omdat de beschikbare capaciteit van zorgverleners niet onbeperkt is. Om iedereen te kunnen helpen, moeten we opnieuw bepalen wat bijdraagt aan goede en passende zorg.’

Anders kijken

We moeten daarom leren kijken naar wat de veranderingen ons kunnen opleveren en minder naar wat we kwijtraken. Maar hoe zit het met de oudere die de hele dag niemand ziet tot de wijkverpleegkundige komt? ‘Het is zeker belangrijk dat iemand ook aanspraak en een goede daginvulling heeft’, zegt Monique. ‘Daarom roept het integraal zorgakkoord ook nadrukkelijk op om de aansluiting te zoeken met het sociale domein. Want vanuit het praatje dat de wijkverpleegkundige maakt, kan meer volgen, zoals een biljartclub, kaartmiddag etc.’ In plaats van dingen medicaliseren, kunnen we er ook anders naar kijken, vindt ook Marike. ‘Mijn dochter volgt de opleiding tot verpleegkundige en werkt als bijbaan al voor de thuiszorg. Ze krijgt veel warmte van de ouderen bij wie ze komt. Ze komt hen aandacht brengen en merkt dat ze daarin het verschil kan maken. Maar ook zij kan haar verhaal kwijt als ze eens een rotdag heeft. Op die manier breng je jong en oud bij elkaar en kunnen beide iets voor elkaar betekenen.’

Positieve energie

De uitdaging ligt er. ‘Nu kijken we hoe we dit gaan realiseren’, besluit Monique Royen. Niet alleen in CWZ, maar samen met partners in de hele zorgketen. Waar zetten zorgmedewerkers hun eigen expertise in? Welke expertise zoek je bij anderen?’ ‘Op heel veel plekken hoor ik mensen zeggen dat het anders moet en ook kan’, vult Marike Brugman aan. ‘Dat ieder zijn expertise inzet om te kijken welke taken bij hem horen en welke niet. Waar zitten de kansen? Dat geeft een hele andere, positieve energie. Laten we díe energie gebruiken met zijn allen.’