Afwijkend uitstrijkje

Bij een uitstrijkje worden cellen van de baarmoederhals afgenomen.

Die cellen gaan voor onderzoek naar het laboratorium in het ziekenhuis. Afwijkingen kunnen wijzen op het voorstadium van baarmoederhalskanker. Dit is meestal heel goed te behandelen.

Alle vrouwen in Nederland in de leeftijd tussen de 30 en 60 jaar krijgen elke vijf jaar bij een bevolkingsonderzoek een oproep voor een uitstrijkje. Dit gebeurt in het kader van het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. U gaat hiervoor in de meeste gevallen gewoon naar de huisarts. Soms maakt de huisarts of gynaecoloog om andere redenen een uitstrijkje, bijvoorbeeld wanneer u klachten heeft die hiertoe aanleiding geven.

Wanneer is een uitstrijkje afwijkend?
De mate van afwijking wordt aangegeven met behulp van de zogenaamde PAP-classificatie (PAP-scores). De indeling gaat van PAP 1 (normaal) tot PAP 5 (verdenking van kwaadaardige cellen). De PAP-classificatie is geen diagnose, maar een aanwijzing dat er mogelijk iets aan de hand is en verder onderzoek nodig is.

Hoe ontstaat een afwijking?
Een afwijking ontstaat in de meeste gevallen door het Humaan Papilloma Virus (HPV). Tussen blootstelling aan het virus en het ontstaan van een afwijking kan soms wel 10 tot 15 jaar zitten. Afwijkingen kunnen vaak spontaan genezen of zijn te behandelen met een kleine operatie. In enkele gevallen is de afwijking groter en kan deze duiden op (het ontstaan van) baarmoederhalskanker.

Toon meer