30 jaar ATC: de ‘faxotheek’ is een prachtige machine geworden

01 december 2021

'Als het Apothekers thuiszorg coördinatiecentrum (ATC) goed werkt, dan merken de patiënten er niks van'.

Buizenpost | CWZ Nijmegen

‘Als het Apothekers thuiszorg coördinatiecentrum (ATC) goed werkt, dan merken de patiënten er niks van’, zegt Arjan van Nistelrooij, apotheker en mede-oprichter van het ATC. ‘Dat heeft het ATC nu bereikt. Maar dertig jaar geleden losten we er een groot probleem mee op.’

Als patiënten uit het ziekenhuis werden ontslagen dan regelde de rest zichzelf wel, was destijds de opvatting. Maar patiënten stonden met hun recept in de apotheek en hoorden dat hun geneesmiddel eerst besteld moest worden of niet op voorraad was. Of dat de informatie op het recept niet duidelijk of onvolledig was. ‘Die mensen stonden met de handen in het haar te mopperen in de apotheek’, vertelt Van Nistelrooij. ‘Hoe kwamen ze aan hun medicijnen? Van de wet mochten patiënten geen geneesmiddelen meekrijgen uit het ziekenhuis en de poliklinische apotheek vooraan bij de hoofdingang van het CWZ was er ook nog niet.’

Intermediair in het ziekenhuis

Als oplossing wilden een aantal apotheken en ook het CWZ zelf een intermediair ín het ziekenhuis. Zodat er direct contact met de arts of afdeling kon zijn bij vragen. Kon een middel ook vervangen worden? Of een paar dagen later gestart als het niet op voorraad was?

‘Omdat zowel artsen als apotheken het een logische stap vonden, hebben we eigenlijk geen weerstand ondervonden’, zegt Van Nistelrooij. ‘De persoonlijke verhoudingen tussen apothekers en het ziekenhuis waren goed en dat hielp allemaal mee. Daarnaast hebben we het direct goed opgezet. Met goede mensen die dit soort processen konden realiseren.’

Thuiszorg

Behalve medicatie, bemiddelde het ATC ook bij andere materialen. ‘We werkten intensief samen met de thuiszorg’, zegt Anja Bouwman, een van de eerste medewerkers. ‘Ik werkte vrijwel vanaf het begin bij het ATC en nam later het stokje van de eerste coördinator over. Zij kwam uit de thuiszorg en wist precies wat zij nodig hadden voor een patiënt die naar huis ging met een infuus of pijnpomp. Dan regelden wij naast de medicatie ook de pomp, lijntje en kraantjes. Dat gold ook voor zuurstofapparaten voor thuis en vernevelaars. De aanvraag voor complexe thuiszorg moest altijd eerst door de zorgverzekeraar goedgekeurd worden. Dat liet soms lang op zich wachten en dan pleegden wij een telefoontje om de verzekeraar te overtuigen van de urgentie van de situatie. Dat hielp altijd.’

De easypump

De medicatie waarmee patiënten vanuit het ziekenhuis naar huis gingen werd steeds complexer, zag Alexandra Poustochkine. Sinds 2005 werkt zij al bij het ATC. ‘Een grote verandering was de komst van de ‘easypump’, een elastomeerbol met medicatie die onder invloed van de temperatuur leegloopt. Hiermee konden veel meer patiënten met een infuus naar huis. Ze hebben geen infuuszak, pomp en paal meer nodig, maar krijgen dit kleine bolletje dat in een heuptasje kan. Medewerkers van de thuiszorg vervangen de medicatie als deze op is. De patiënt is veel mobieler en kan thuis bijna alles gewoon doen. Dat is een groot voordeel voor patiënten die voorheen soms wel zes weken in het ziekenhuis moesten blijven alleen voor het infuus.’ 

Medicatiegesprekken

Het ATC bewaakte niet alleen de ontslagmedicatie, maar ging zich ook bezighouden met de medicijnen die patiënten gebruikten bij opname. Daarmee is het ATC de voorloper van de medicatiegesprekken die apothekersassistenten van CWZ nu met patiënten voeren. ‘Die informatie was niet altijd bekend en vaak ook niet actueel’, blikt Anja Bouwman terug. ‘Vanwege privacy was het niet vanzelfsprekend dat zorgverleners deze informatie uitwisselden, er waren ook nog geen digitale dossiers waarin dit kon. De timing was belangrijk: kwam een patiënt met spoed, dan was de medicatie nog niet bekend. Bevroegen we iemand te lang voor de opname, dan was de medicatie soms weer veranderd. Bovendien was het belangrijk om het vertrouwen van een patiënt te winnen, zodat ze eerlijk vertelden als ze soms een pilletje oversloegen of twee tegelijk namen. Wij waren erin getraind om met de patiënt in gesprek te gaan hierover. En dat met in de beginfase maar 1,2 fte.’

Faxotheek

‘Het was in elk geval altijd druk, zeker op de vrijdagmiddag’, blikt Van Nistelrooij terug. ‘Dan stond de fax niet stil, dat was destijds het snelle communicatiemiddel. Daarom werd het ATC ook wel de ‘faxotheek’ genoemd. De basistaak van het ATC is nog steeds hetzelfde: bemiddelen en zorgen dat patiënten op het juiste moment krijgen wat er is voorgeschreven. Ook al is de zorg complexer geworden en de techniek veranderd, want het meeste gebeurt digitaal. Daarmee zijn de onleesbare handschriften in elk geval verleden tijd!’

Buizenpost

Ondanks de digitale mogelijkheden, klinkt op het ATC nog regelmatig het geruis van de buizenpost. ‘De buizenpost die nog steeds door heel CWZ loopt, is bij ons begonnen’, lacht Anja Bouwman. ‘We renden ons rot om door het hele ziekenhuis handgeschreven recepten op te halen! De buizenpost was een uitkomst. Hoe goed dit werkte, merkten we pas als de buizenpost eruit lag. En kregen we het recept, dan was er nog genoeg te doen. Het handschrift was onduidelijk, de arts had alleen de veranderingen in dosering erop geschreven of de dosering ontbrak juist. Dan gingen wij weer nabellen. Later werden de recepten geprint met alle informatie erop. Dan stuurden we een fax naar de apotheek, maar moesten het ook nog per post nasturen omdat een fax niet als officieel recept gold.’

Hoewel tegenwoordig bijna alle communicatie met apotheken digitaal gebeurt, ratelt ook de fax nog weleens. ‘Als we van apotheken in den lande geen beveiligd mailadres hebben, dan is de fax nog steeds een snel en beproefd communicatiemiddel’, zegt Alexandra Poustochkine.

Wat doet het ATC nog meer?

Het ATC is meegegaan met zijn tijd en neemt ook deel in allerlei transmurale projecten, waarin de zorg steeds meer dicht bij de mensen wordt georganiseerd. Patiënten krijgen steeds vaker complexe medicatie thuis. Zoals de antibioticabehandelingen thuis krijgen via het infuus met de elastomeerbol. Of medicatie die onderhuids toegediend moet worden aan mensen die erg ziek zijn.

Het ATC organiseert ook ronde tafelgesprekken en symposia voor apotheekmedewerkers over thema’s als medicatieveiligheid, samenwerking 1e en 2e lijn, medicijnverspilling, wondzorg, etc.

Wondzorg Nijmegen

Een andere nieuwe ontwikkeling is Wondzorg Nijmegen, een samenwerking tussen het ATC, CWZ, ZZG zorggroep en Apotheken. Sinds begin 2021 bestellen voorschrijvers, medewerkers in het CWZ,  ZZG zorggroep (wijkverpleging en beschut wonen) en huisartsen in de regio Nijmegen centraal de verbandmiddelen. Het ATC coördineert de aanvraag en levering. De middelen worden altijd vergoed en de patiënten hebben ze snel in huis.

Dank voor de samenwerking!

In 30 jaar is er veel veranderd en toch ook weer niet. We zijn nog steeds een enthousiaste club medewerkers die zich dagelijks inzetten om onze patiënten een zachte landing thuis te geven. Door te zorgen dat zij op tijd de medicatie en tegenwoordig ook de wondzorgproducten krijgen die ze nodig hebben. Dat kunnen wij alleen doen dankzij de fijne samenwerking die wij met u hebben. We hopen in de toekomst op dezelfde voet door te gaan en samen elke dag een beetje beter te worden. Als blijk van waardering delen we op onze verjaardag een klein presentje uit. Namens alle medewerkers en het bestuur bedanken we u hiermee voor de afgelopen 30 jaar.

Sharon Linskens (Coördinator ATC)