Transmuraal samenwerken begint met interesse tonen in het werk van je ketenpartner

10 maart 2021

Een interview met internist/nefroloog Marc ten Dam

Internist nefroloog Marc ten Dam | CWZ Nijmegen

Het opzetten van transmurale samenwerking vraagt méér dan alleen de goede wil van deelnemers. Wat komt er allemaal meer bij kijken? Medisch manager Marc ten Dam kijkt bij het afscheid van zijn actieve rol in de transmurale zorg naar de succesfactoren van de afgelopen jaren.

Wat sprak jou destijds aan in de transmurale zorg?

‘Toen ik zo’n jaar of 7, 8 hiermee begon, was de ketenzorgbenadering relatief nieuw en bood volop gelegenheid tot innoveren en verbeteren van het zorgproces. Bovendien vind ik het leuk om dingen te organiseren. Ook het bestuurlijke aspect sprak mij aan: samenbrengen van meerdere partijen en belangen.’

Wat is er nodig om meerdere partijen samen te brengen?

‘Elke vorm van samenwerking begint met het verdiepen in de partners. Daarom ben ik destijds eerst bij een flink aantal Hagro’s en bij VVT-organisaties langs gegaan om kennis te maken. De vraag ‘Waar lopen jullie tegenaan?’, opent deuren. Je laat ermee zien dat je je verdiept in de ander en rekening houdt met de diens belangen.’

Is succes dan ook gegarandeerd?

‘Concreet hebben we elk jaar wel dertig projecten lopen, maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ze niet allemaal een succes worden. Mensen moeten elkaar kunnen vinden en ze moeten tijd hebben om aan het slagen van een project te werken. Belangrijk is ook dat mensen tijd krijgen om aan de nieuwe manier van werken te wennen. Soms pakken goede ideeën in de praktijk anders uit. Uiteindelijk moeten er afspraken worden gemaakt over financiering, willen we een project onderdeel maken van structurele zorg.’

In het hoofdlijnenakkoord wordt gesproken over de juiste zorg op de juiste plek. Waarom was dat belangrijk?

‘Dat was inderdaad een doorbraak. Nu ging het niet meer alleen om de intrinsieke motivatie om over de muren van de zorg heen samen te werken, maar kwam er ook druk van bovenaf om over (financierings)schotten heen te kijken.’

Een doorbraak was er afgelopen jaar voor de teleconsulten…

‘Dat is een mooi voorbeeld, want teleconsulten zijn nu zowel bij de huisartsen als bij de specialisten in het ziekenhuis beter bekend. Toen we hier 8 jaar geleden mee begonnen, wist 80% van de huisartsen niet wat een teleconsult was. Nu gebruikt het overgrote deel van de huisarts de teleconsulten. Bij interne geneeskunde krijgen we elke dag wel zo’n 10 verzoeken binnen. Hieraan heeft de situatie rond COVID zeker bijgedragen. Veel meer dan vroeger wordt bij communicatie tussen de specialisten en huisartsen gebruik gemaakt van apps, zoals bijvoorbeeld patiëntoverleg dat wij samen met ZorgDomein geïntroduceerd hebben.’ Meer over de spectaculaire toename in het aantal teleconsulten.

Wat is de meerwaarde van digitalisering in de zorg?

‘We zien dat digitalisering als vliegwiel kan fungeren. Een goed voorbeeld hiervan zijn de Luscii apps die momenteel in snel tempo ontwikkeld worden  om het zelfmanagement van patiënten stimuleren en  hen met minder bezoeken aan ziekenhuis te monitoren . Stimuleren van zelfmanagement van de patiënt  kan ook een bijdrage leveren aan het verlichten van de werkdruk bij huisartsen.’ Lees meer over CWZ Thuis apps.

Welke factoren zijn succesvol gebleken?

‘Belangrijkste voorwaarde is vertrouwen. Bij de start ken je elkaar niet, dan begint het vaak met een gemeenschappelijk doel, het vertrouwen moet groeien. Ten tweede moeten de ketenpartners elkaar gemakkelijk kunnen vinden, dus weten bij wie ze moeten zijn en korte lijnen! ICT en digitalisering van zorg kan hierbij ondersteunen.

We hebben meer ideeën dan we kunnen uitvoeren, dus we moeten kiezen. Een goede manier om te weten of een idee succesvol is, is om te starten met een pilot en bij succes uit te rollen. En landelijke druk tenslotte helpt om te versnellen.’ Een overzicht van de projecten die intussen reguliere zorg zijn geworden.

Wat geef je mee aan jouw opvolger?

‘Het is belangrijk om organisaties zodanig in te richten dat transmuraal denken en keten denken centraal staan. Dat loopt intussen goed met de huisartsen en VVT, maar we zouden graag nog bredere regionale afstemming zien: met andere ziekenhuizen, met welzijn en met de GGD. Bijvoorbeeld op het gebied van preventie: hier is veel winst te halen met goede samenwerking.
We weten intussen ook dat een bredere regionale afstemming heel goed kan, als het moet. De huidige situatie rond de opvang van COVID-patiënten is hier een mooi voorbeeld van.’ Lees meer.

Tot slot…

‘Wil ik opmerken dat ik afscheid neem met een beetje pijn in het hart. Ik heb het een hele leuke tijd gevonden en ik blijf de transmurale ontwikkelingen in Nijmegen volgen in mijn andere rol als internist/nefroloog in CWZ. Want ik denk dat er nog veel mooie initiatieven te bedenken zijn. Daarmee wens ik mijn opvolger heel veel succes!’

Fotobijschrift: Belangrijke transmurale samenwerkingspartners zijn de huisartsen. Hier zien we Marc ten Dam in een van de vele overlegmomenten met coördinator van de huisartsen Guido Adriaansens.

>> Naar het overzicht nieuws voor zorgpartners