Mensen met COPD gaan leren om beter om te gaan met hun ziekte

01 februari 2016

Mensen met COPD zijn vaak benauwd. Als die benauwdheid ’s avonds en ’s nachts is, kan de paniek toeslaan. Thuisblijven lijkt dan geen mogelijkheid, dus snel naar het ziekenhuis. Toch is de vertrouwde omgeving thuis vaak een veel betere oplossing dan zo’n spoedopname die vaak gepaard gaat met onrust.

Thuis beter leren omgaan met COPD Mensen met COPD zijn vaak benauwd. Als die benauwdheid ’s avonds en ’s nachts is, kan dat angst veroorzaken. Thuisblijven lijkt dan geen mogelijkheid, dus snel naar het ziekenhuis. Toch is de vertrouwde omgeving thuis vaak een veel betere oplossing dan zo’n spoedopname die vaak gepaard gaat met onrust. Maar dan moeten mensen wel weten wat ze kunnen doen bij benauwdheid, hoe ze dit kunnen voorkomen én hoe ze deskundige hulp thuis kunnen inschakelen. Doordat naasten thuis beter zijn voorbereid, kunnen spoedopnames worden voorkomen.

Sinds 1 februari loopt een pilotproject van CWZ samen met onder meer thuiszorg. Hierin krijgt een bepaalde groep COPD-patiënten die veel zorg vragen intensieve begeleiding en leren ze hoe zij hun ziekte thuis beter onder controle kunnen houden. Als patiënten hun ziekte meer gecontroleerd kunnen laten verlopen, kunnen ze ook beter omgaan met acute klachten. Daardoor is de kans kleiner dat ze in het ziekenhuis moeten worden opgenomen.

Voor wie?
Voor het project komen mensen met COPD in aanmerking die in het afgelopen jaar vaker dan 2 keer zijn opgenomen en die ook andere problemen hebben. Deze kunnen medisch zijn of sociaal. Denk dan aan grote angst om benauwd te worden of te stikken, een ongezonde leefstijl en moeite om de therapie of behandeling vol te houden. Vaak voelen deze mensen zich machteloos en niet in staat hun ziekte te beheersen. Om aan het project deel te nemen moeten de COPD-patiënten in het gebied wonen waar de thuiszorgmedewerkers dit project uitvoeren.

Welke begeleiding krijgen patiënten?
In overleg met de patiënt stelt CWZ een zorgplan op. Hierin staat advies en informatie over begeleiding. Als de patiënt weer thuis is, gaan thuiszorgmedewerkers en huisarts hiermee verder. De begeleiding is erop gericht om een andere levensstijl te ontwikkelen, waarin mensen met COPD meer controle hebben over hun ziekte. Bijvoorbeeld door meer te bewegen en meer eiwitrijke voeding te gebruiken. Ze leren beter om te gaan met de angst voor benauwdheid. De patiënt voelt zich door deze intensieve begeleiding gezien en niet aan zijn lot overgelaten. Dat maakt de overgang naar huis kleiner. Als COPD-patiënten zicht thuis beter voelen en goed overweg kunnen met acute klachten, hoeven ze minder snel naar het ziekenhuis, tenzij het écht nodig is. Dat is een grote verbetering voor de patiënten.

COPD in Nederland en daarbuiten
Bijna 400.000 mensen hebben COPD. Deze longziekte is niet te genezen. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) voorspelt dat COPD in 2020 wereldwijd de derde doodsoorzaak is. Elk jaar sterven er in Nederland 6.000 mensen aan COPD.